Begin van het spel

Aan het begin van het spel ontvangt een speler 6 kaarten. Het doel van het spel is om zo weinig mogelijk minpunten te halen. Het spel wordt daarbij in meerdere rondes gespeeld, net zolang totdat iemand 40 negatieve punten heeft verzameld. De speler die de laatste beurt heeft gespeeld, is de startspeler van een nieuwe ronde.

Een spelbeurt

Als je aan de beurt bent mag je een kaart spelen die gelijk aan of één hoger dan de bovenste kaart van de aflegstapel is. Een lama is daarbij zowel hoger dan 6 als lager dan 1 zodat een loop ontstaat. Wanneer je niet kunt of wilt spelen moet je een kaart pakken of passen. Wanneer je past kom je in deze ronde niet meer aan de beurt. Ben je de enige actieve speler in een ronde, dan kun je alleen nog kaarten afleggen of passen. Je mag geen nieuwe kaarten meer pakken. Wanneer er geen kaarten meer op de pakstapel liggen, dan kan deze actie niet meer worden uitgevoerd.

Einde van een ronde

Een ronde eindigt wanneer één speler alle kaarten heeft gespeeld of wanneer alle spelers hebben gepast. Vervolgens worden de punten geteld:

• De waarde van een kaart, is het aantal minpunten.
• Een Lama is 10 minpunten.
• Je scoort ieder waarde slechts eenmaal. Voorbeeld: wanneer je 5 "3-kaarten" hebt, krijg je 3 minpunten.

Met fiches wordt de score bijgehouden. Een zwart fiche telt als -10 punten en een wit fiche als -1.

Wanneer één speler alle kaarten heeft gespeeld mag deze 1 fiche afleggen.

Einde van het spel

Het spel eindigt zodra een speler 40 negatieve punten behaalt. De speler met de hoogste score (de kleinste negatieve score) is de winnaar.