Spelregeloverzicht

Aan het begin van het spel krijg je drie willekeurige scorekaarten. Hierop staat hoe je dit spel goud (overwinningspunten) kan verdienen, bijvoorbeeld: 1 goud voor elke nederzetting aan het water, of: goud voor het hebben van de meeste nederzettingen in een sector van het bord. Spelers kunnen verder ook altijd goud verdienen door nederzettingen te bouwen direct naast een kasteel.

Elke beurt krijg je een kaart met een terreinsoort. Je bent verplicht om drie nederzettingen te bouwen op de terreinsoort aangegeven door jouw kaart. In het hele spel geldt steeds dat als je direct naast één van jouw bestaande nederzettingen kunt bouwen, dan moet dat ook. Je kan niet op bergen of water bouwen.

Als je aangrenzend aan een locatie bouwt, dan krijg je daar een token voor - als die er nog zijn, en je er zelf niet eerder al eentje had gekregen met een andere nederzetting aangrenzend aan deze locatie. Deze tokens geven je speciale acties die je in je volgende beurten kan activeren.

Locatietoken-acties

Deze extra acties kan je elke beurt activeren, ofwel vóór, ofwel na, het verplichte bouwen van de drie nederzettingen. Ook bij deze acties is aangrenzend bouwen (als dat mogelijk is) verplicht. De acties zijn als volgt:

• Orakel : Bouw een extra nederzetting op een veld van hetzelfde type als jouw kaart.
• Boerderij : Bouw een nederzetting op grasland
• Oase : Bouw een nederzetting op woestijn
• Toren : Bouw een nederzetting aan de rand van het speelbord
• Herberg : Bouw een nederzetting aan het eind van een rijtje van 3 of meer nederzettingen. De oriëntatie van het rijtje maakt niet uit, maar het doelveld moet wel bewoonbaar zijn (dus geen water of bergen)
• Schuur : Verplaats een van je bestaande nederzettingen naar een veld van hetzelfde type als je terreinkaart.
• Haven : Verplaats een van je bestaande nederzettingen naar een waterveld. (Dit is de enige manier om een nederzetting op een waterveld te krijgen.)
• Weide : Verplaats een van je bestaande nederzettingen naar twee velden verderop, in rechte lijn. Je mag elke richting kiezen en daarbij over elk terreintype heen springen, zelfs bergen, water, kastelen, locaties, en andere nederzettingen. Het doelveld moet wel bewoonbaar zijn maar hoeft niet aangrenzend aan een eigen nederzetting te zijn.

Je behoudt het locatietoken zolang je een nederzetting naast de locatie hebt staan waarvan je het token gekregen hebt. Als je de laatste aangrenzende nederzetting wegverplaatst (met een Schuur, een Haven, of een Weide) dan moet je het token inleveren en wordt die uit het spel gehaald. Je krijgt hem niet terug door weer een nederzetting terug te verplaatsen.

Einde van het spel

Het spel eindigt aan het eind van de ronde waarin één van de spelers zijn laatste nederzetting uit de voorraad op het bord plaatst. Elke speler scoort volgens zijn eigen drie scorekaarten, plus 3 goud voor elk kasteelveld waar ze een nederzetting naast hebben staan. Degene met het meeste goud wint.